Rond 1957 kwamen mijn vader en moeder, mijn broer en ik in de Cillershoekstraat te wonen.
Wij woonden op nr. 10 recht tegenover het kerkje/kleuterschooltje/wijkgebouwtje.
Toen wij daar kwamen wonen werd de Tarwebuurt in de volksmond : “de karbonadebuurt” genoemd. Deze buurt had toch een hoger aanzien dan de Afrikaanderbuurt waar wij vandaan kwamen. Eén uitspraak uit die tijd is mij altijd bijgebleven: karbonadebuurt. “Slager, heeft u een onsje afsnijsel voor de hond? Niet zo vet graag, want mijn vader is er gisteren misselijk van geworden.” Beetje kouwe kak dus. Het was zomer en op een zeker moment hadden wij een verjaardag. De balkondeuren stonden open en wij maakten met zang, accordeon en gitaar nogal wat feestmuziek. In het zaaltje aan de overkant (in het kleuterschooltje werd het achterzaaltje verhuurd) was op datzelfde moment een bruiloft aan de gang. Kennelijk was het een saaie boel daar want na verloop van tijd kwam de bruidgom naar buiten en wenkte ons of wij de boel bij hem binnen wilde komen opvrolijken. Dat hebben wij ook gedaan. In polonaise : mijn broer ging voorop en speelde accordeon. Onze hele familie stak al zingend de straat over. Ik liep gitaarspelend achter hen aan het zaaltje in. Na enige verbaasde blikken van de aanwezigen werd het toch nog een beetje gezellig en was het bruidspaar ons zéér dankbaar.
Wat ik mij verder nog herinner? Op de hoek van de Cillershoekstraat en Moerkerkestraat woonde de familie Bloemscheer. Onze buurman was Joop Bloemscheer. We noemden hem Ome Joop. Hij maakte deel uit van het Zang – en Theaterduo “De Clema’s. Samen met zijn compagnon Frits Klein Wolt , ook wel Sleepie genoemd. Zij maakten veelal kindervoorstellingen. “De Clema’s” waren opgericht sinds 1946 en heeft tot Joop’s dood in 1998 geduurd. Frits Klein Wolt overleefde Joop zo’n 20 jaar en overleed in 2018.
Bij platenmaatschappij Fontana verschenen rond 1957/1958 twee grappige nummers van hun :
“Kuiltjes en Sproetjes” en “Piet Piedewiet Piet” dat we ook kennen als de ‘kanariepolka’. Het duo had veel weg van de destijds zéér populaire andere duo de Spelbrekers (kleine kokette Katinka).
Op de hoek van de Cillershoekstraat/ Mijnsherenlaan woonde dokter Frans Wong. Hij was huisarts, niet van ons , maar wat wij jonge jongens zo fascineerde was dat hij controlerend arts was van de meisjes van lichte zeden op Katendrecht. Dat vonden wij op de een of andere manier héél spannend.
Wat ik mij tenslotte nog herinner is dat op deze hoek een ontzettend ongeluk met een visauto heeft plaatsgevonden. De klap was zo hard dat de laadklep met vis open sprong en alle levende vis over de straat verspreid lag. Veel vis nog happend naar lucht en staarten die rondsloegen. Het trok veel bekijks. Kom daar tegenwoordig nog eens om.
In de derde klas van de Lagere School in de Martinus Stijnstraat kon ik niet goed opschieten met de juffrouw. Wij begrepen elkaar niet zo goed. Toen ik letterlijk en figuurlijk ging staken vond mijn moeder het genoeg en haalde mij van die school af. Ik ben toen terecht gekomen op de openbare lagere school aan de Brede Hilledijk : de Havenschool (deze school bestaat niet meer).
In de vijfde klas kreeg ik meester Hans Dirkse. Hans Dirkse en zijn twee broers zaten ook in het onderwijs. Zij waren vanuit Arnhem in Rotterdam Zuid komen wonen. Dit wegens een enorm tekort aan leerkrachten. Zij kregen met z’n drieën een woning in de Zuidpleinflat. Ik ben daar regelmatig geweest, ook toen ik allang van school was.
Hans was een geweldige leraar die ons o.a. op woensdagmiddag meenam naar de Harmonie-bioscoop in de Gaesbeekstraat en ons allerlei culturele dingen bijbracht. In die tijd kreeg hij verkering met Judith de Leeuw en is later ook met haar getrouwd. Judith de Leeuw werkte destijds bij Radio Veronica onder de naam ‘Anushka’. Zij was daar samen met Tineke de Nooy de enige vrouwelijke diskjockey en had o.a. dagelijks om 18:00 uur een verzoekplaten-programma. Hans zelf heeft ook een tijdje als diskjockey gewerkt. Wij zijn contact met hen blijven houden tot ver na ons trouwen. Op enig moment zijn zij naar Heerlen verhuisd en is het contact verwaterd. Toch ben ik hen nooit vergeten.
Frans Lodewijk. Met dank aan Roland Vonk.